maandag 29 juli 2013

De drieëntwintigste steen




Zonnescherm 1976

Vakantie.

Lijkt me wel weer eens leuk.

Om eerlijk te zijn ben ik nooit zo'n echte vakantieganger geweest.

Ik zat vol met onrust.
Wilde nog zoveel.
Moest nog veel meer.
Van mezelf dan natuurlijk.

Eigenlijk heb ik me altijd een beetje als opgejaagd wild gevoeld.

Dat is nu gelukkig wat minder geworden.

Ondanks dat ik al veel gedaan heb om wat rustiger te worden, brand het vuur van creëren nog steeds volop in me.
Het is de aard van het beestje.

Als je zo in elkaar zit, dan maakt het niet uit waar je zit, dan begint het iets willen/moeten al weer snel de kop op te steken.

Overal zag en zie ik verhalen, tekeningen, schilderijen, strips in.
Mogelijkheden om weer wat centjes te verdienen.
Want dat zat er natuurlijk ook achter.
Altijd maar weer mogelijkheden zoeken om werk te verkopen of werk te krijgen.
Vreselijk is dat.

Mijn opa van vaders kant schijnt ook een dergelijk soort onrust gevoel gehad te hebben.
Ik zeg schijnt, want ik heb het maar in een brief gelezen.
Mijn opa moest de slagerij overnemen en dat heeft hij toch wel als een last ervaren.

Want uit die bewuste brief bleek dat hij steeds vroeger opstond om het werk goed gedaan te krijgen.
Het heeft hem destijds tot zijn wanhoopsdaad gedreven.
Er zal nog wel meer meegespeeld hebben, maar ook op het gebied van zelfdestructie geldt dat alle beetjes helpen.
En als er geen uitweg meer te zien is, dan wordt het een hopeloze zaak.

Volgens diezelfde brief wilde hij liever tekenen en schilderen.
Dat doe ik nu dus, maar zonder veel succes.
Dus waar doe je het eigenlijk voor.

O ja, mijn werk wordt wel gewaardeerd, maar ik heb er nooit iets constructiefs mee weten te bereiken.
Dat is toch wel heel frustrerend en dat steekt de kop nog wel eens op.
Daar doe ik niet moeilijk over.
Ik ben nog steeds een mens en die hebben wel eens zo'n bui dat ze het even niet meer zien zitten.

Wat dat betreft vecht ik nog steeds tegen de bierkaai.
Zou dat niet meer moeten doen.
Maar daar heb je de aard van het beestje weer.

Ik vind het gewoon erg vervelend dat ik de weg niet weet hoe iets met mijn mogelijkheden te doen.

Mijn opa wist het kennelijk ook niet en hij heeft er een eind aan gemaakt.
Zelfs dat lukte maar gedeeltelijk, want hij heeft nog een dag of drie in het ziekenhuis gelegen voor hij werkelijk overleed.



Mattheus Marius van Harten
Opa van mijn broer en neven en nichten.

Volgens gegevens van mijn broer Marius die, net als alle oudste kinderen, naar deze opa vernoemd is, is deze foto vlak voor zijn dood in 1925 genomen.

Ik vind hem hier al niet echt gemakkelijk op kijken.
Maar ik zie wel meer dingen die anderen kennelijk niet zien.
Dit bedoel ik dus absoluut niet vervelend.
Het is gewoon zo.

Weer terug naar het hebben van veel ideeën.

Op zich wel fijn natuurlijk.
Ik ken geen of nauwelijks beperkingen op dat gebied.

Het realiseren van al die mooie ideeën ligt wat gecompliceerder.
Een paar dagen geleden heb ik weer een goed gesprek met Koning Elf gehad.
Aan de ene kant ben ik er weer een stuk wijzer van geworden.
Maar aan de andere kant blijft het lastig kiezen voor me.

De details hou ik voor mezelf.
Ik moet er zelf een keuze in maken.

Zoals al eerder gezegd is keuzes maken niet mijn sterkste kant.

Het is een constant elimineren van kleine dingen.

Zoals ik vroeger op de academie geleerd heb om te selecteren.

Je begint niet met de beste te kiezen.

Nee.

Je kiest eerst de dingen die het niet zijn en dus ook niet worden.
Uit datgene dat overblijft ga je vervolgens weer verder met selecteren.

Als je dat dus doortrekt blijft er vanzelf een over.

Het eerste deel is niet zo moeilijk.

Naarmate je verder komt, wordt het lastiger.

Maar het werkt heel goed.

Vakantie dus.

Eigenlijk is dat iets voor mensen die het hele jaar door dingen doen die ze eigenlijk helemaal niet leuk vinden.

Dat heet ook wel 'werken'.

Of ben ik nu heel erg vervelend aan het doen.

Misschien.

Maar dan zijn die drie weken die men doorgaans ergens in een huisje, boot, hotel, caravan of tent gaat zitten toch nauwelijks genoeg.

Hoe vaak heb ik niet gehoord dat men zei: "Net thuis en nou alweer moe en aan vakantie toe."

Volgend jaar dan maar weer.

De gelukkigen onder ons gaan natuurlijk een keer of drie per jaar ergens naar toe.
De ongelukkigen leggen hun doos gewoon onder een andere brug.

De rest van de stakkers gaat de ene keer voor de voordeur zitten en de volgende keer achter de achterdeur.
Al dan niet op balkon voor en achter.

Ja mensen.

Het is oneerlijk verdeeld in het leven.

En kom niet aanzetten met gezeik over vast werk en banen, want zo gemakkelijk is dat niet.
Dat moet je kunnen.
Ik heb het ook geprobeerd en mij is dat niet gelukt.

Het leven is niet altijd even vriendelijk en eerlijk.

Maar zo zie ik dat natuurlijk niet echt.

Het speelt zo af en toe een beetje parten.
Meer niet.


Vakantie is leuk.

Je moet het allemaal in perspectief zien.

Als je je hele huis meeneemt, ja, dan begrijp ik ook wel dat er iets fout zit.

Zo stonden mijn schoonouders vaak met hun tentje in het Lingebos.
Daar gingen wij dan vaak met de kinderen op visite.

Het was immers niet zo ver bij ons vandaan.

Tijdens zo'n bezoekje, tussen twee sessies kaarten of Yahtzeëen door, liepen we dan even over het tentenveld, tenten en mensen kijken.

Net echt allemaal.

Hé, wat zie ik nou?

Ik zag het goed.

Iemand had naast de gewone tent of caravan nog een tweede grote tent neergezet.
Niks mis mee, zou je zeggen.

Maar toen ik een paar stappen terugzette, zag ik het goed.

Die tweede tent stond vol met een grote koelkast en een vrieskist.
Een klein keukentje gebouwd, met gasstel en alles.

Handig.

Dat wel, zeker met de hitte die we hier de afgelopen dagen te verwerken hebben gekregen, maar toch ook van de zotte.

Blijf dan thuis.

Maar zoals ik al eerder vertelde, heb ik niet echt vakantiegenen.

Dus ik tel niet mee.

Het is goedkoper dan een hotel.
En je zit lekker buiten op een mooi stukkie gras.

Links en rechts, strak tegen jouw tent nog een paar tenten van iemand anders.
Maar dat kan juist heel gezellig zijn.

Barbecue, bier, borsten, benen en billen.

Vooral dat bier moet natuurlijk koud staan.
De rest mag zinderen van de hitte.

Dan maar een koelkast meezeulen.

En niet zo'n lullig klein ding.

Nee.

Een joekel.

Wij sjouwden vroeger op de boot allemaal teken- en schilderspullen mee.
Voor als we inspiratie kregen.

Mijn vader en moeder vonden het leuk om zelf ansichtkaarten te schilderen.

Was ook wel leuk.

Maar persoonlijk ben ik nooit zo blij met al dat gesjouw geweest.

Toen ik later met mijn eigen gezinnetje vakantie probeerde te vieren sjouwde ik natuurlijk ook trouw teveel tekenspullen mee.

Ik nam nog net geen gitaar mee.

De "Harten vier"

De Harten Vier, zoals dit mooie bootje zo heel origineel gedoopt was, het schuitje dat mijn vader zelf gebouwd is en waar wij vanaf 1962 mee naar Friesland met vakantie gingen.
De eerste jaren met het Piraatje er achter en later de Schakel, die Harten Twee gedoopt was.

Mijn vader heeft de Harten Vier zelf gebouwd, maar heeft op sommige punten hulp van mijn moeder gehad, want zij komt uit een houtbewerkersgezin.
Dat vertel ik later nog wel een keer.

De Harten Vier.
Voor diegenen die de link met mijn achternaam nog niet gezien hebben leg ik het even uit.

Wij heten Van Harten en we zijn/waren met ons vieren.
Vader, moeder, mijn broer en ik als jongste.

Vandaar.

Om aan het materiaal te wennen heeft mijn vader eerst het piraatje in de achterkamer gebouwd.
Dat was in 1959.

En het ging net.

Wat lengte betreft.


Het Piraatje. Met mijn neefje (toen nog) Jeroen erin.
Volgens mijn broer is dit 1978.

Dat piraatje bouwen was een fluitje van een cent voor mijn vader, die natuurlijk even kundig als dankbaar door mijn moeder ondersteund werd.

Zoals al eerder gemeld was mijn moeder ook erg kundig met houtsnijden en zo.

Ik heb dus de creativiteit van twee kanten.
Mijn broer dus ook.


Twee maal de Harten Twee.
Een Schakel.
Foto's uit 1967.


Op beide foto's ben ik met mijn vader aan het zeilen.
Op de bovenste hang ik in de trapeze.
Dat leek mijn vader beter.
Helaas heb ik er nu geen foto's van, maar ik ben een keer omgeslagen terwijl mijn vader en ik aan het zeilen waren.
Wat keek die man ongelukkig toen we langzaam over het randje gingen.
We hebben er natuurlijk erg om moeten lachen.

Snel op het midzwaard gaan staan en de boot weer recht getrokken, de zelf lozers open gezet en de boot weer leeg gezeild.
Zo ging dat.
Net zo makkelijk.


Nou ik toch bezig ben met foto's uit de oude doos, plaats ik er nu een paar van mijn ouders toen ze gingen trouwen.

Op 25 oktober 1946 trouwden mijn ouders.
Links mijn oudste nicht Thea, dan haar zus Simone, mijn vader, mijn moeder en staand tante Miep, zus van mijn moeder.


Als ik naar het ondeugende gezicht van mijn moeder kijk dan moet ik aan het liedje van Doe Maar denken. "Ze is van mij" Alleen zingt mijn moeder daar: "Hij is, hij is van mij!"
Dat mijn vader stopte met zoeken toen hij mijn moeder tegen kwam begrijp ik wel.
Ik ben blij met mijn ouders.
Helaas zijn ze er niet meer, maar ik kom ze nogal eens tegen in mijn dromen.

Augustus 1948 op de trouwdag van mijn tante Miep.

Familiefoto op de trouwdag van tante Miep.
Links mijn moeder met mijn broer Marius, mijn vader, mijn oma, oom Emiel, tante Miep, oom Klaas en mijn opa.


Over het huwelijk van mijn oom en tante ga ik nu niet dieper in, maar dat was niet erg gemakkelijk.
Dat had met hun beider karakters te maken.

Die hadden wat soepeler gekund.

De zorgen hierover spatten dan ook van de gezichten van mijn opa en oma af.
Toch waren het aardige mensen met een goed gevoel voor humor en genoeg bagage om door te geven.
De broer van mijn moeder, oom Klaas heeft zijn vrouw pas na deze foto's gevonden.

Als ik naar mijn oma kijk, dan is dit eigenlijk de enige keer dat ik haar zo zorgelijk heb gezien.
Toen ik geboren werd in 1951, was zij al ziek, maar ik heb haar nooit anders dan blij en vrolijk gezien.
Zij is na haar overgaan, (sterven) mijn gids geworden.
En daar springt mijn hart nog steeds van blijdschap van.
Ik was stapelgek op haar.
Ook op mijn opa.
Ik ben naar hem vernoemd.

Op de een of andere manier heb ik veel van mijn familieleden op mijn bescheiden wijze, geëerd door veel van mijn typetjes/rollen naar hen te vernoemen.

Als ik De Broer solo speel heet hij Neef Klaas.
Vernoemd naar mijn oom.
Hij had mijn werk met gemak kunnen doen, want als we in Zeist waren kregen we de grote one man shows van ome Klaas.
Tranen met tuiten hebben we gelachen.
Man man, wat een humor.
Mijn groenhoeder is vernoemd naar mijn vader.
Die heette Herminus Hendrik.
Mijn Groenhoeder heet Herminus Hendrikxs, groenhoeder in part time overheidsdienst.
Een neef van mijn vader heette Herman, dus mijn butler heb ik naar hem vernoemd.
Dat moest wel, want hij kwam met een van de mooiste vrouwen die ik op mijn zesde had gezien thuis.
Mijn moeder even niet meegerekend.
Neef Herman kwam met Irene een Surinaamse schone van Indiase komaf.
Ik was pas zes jaar, maar ik zag toen al dat het goed was.

Mijn vader als jonge man.
Herminus Hendrik van Harten.

Links opa van Harten in militaire dienst.



Op de bovenstaande foto's kijken zowel mijn vader als mijn opa niet echt vrolijk.
Van mijn opa begrijp ik dat wel, want militaire dienst was ook niet mijn favoriete tijdverdrijf.

Mijn vader heeft het altijd erg druk gehad.
Ik weet niet van wanneer deze foto is, maar ik herinner me mijn vader altijd als een hardwerkende man.
Hij had kantoor aan huis, dus als ik er behoefte aan had om hem te zien, dan liep gewoon zijn kantoor binnen.

Ik ging ook vaak met hem mee naar de bouw.
Hij was architect, dus moest hij ook regelmatig even langs om te kijken of het goed ging.
Mijn vader was er een die als hij in de buurt kwam dat iedereen dan een stapje harder liep en beter zijn best deed.
Niet omdat hij vervelend was, maar omdat hij een natuurlijk leider was.
Hij zal heus ook wel eens vervelend geweest zijn, maar dan was daar ook om gevraagd.
Bovendien was hij zelf handig met hamer en zaag, kijk maar naar de harten Vier, en wist hij precies waar mogelijke problemen zich voor zouden kunnen doen.
Ze konden hem niet om de tuin leiden.

Tijdens die bezoekjes op de bouw zag ik natuurlijk bouwvakkers.
In die tijd werd er stevig gerookt.
Dat was gewoon zo.
Ik vond het fascinerend om die gasten met een sigaret aan de lip hangend te zien werken en praten.
Dus toen ik later een timmerman moest spelen, stond het vast dat ik ook een sigaret aan de lip moest hebben hangen.

Maar ik ben een niet roker.
Voor de goede orde.
Ik ben niet tegen roken, ik rook gewoon niet.

Dus ik een pakkie shag gekocht en leren draaien.
Dat kon ik al wel een beetje, want ik draaide in de vakantie op de zeilboot wel eens een shaggie voor mijn toenmalige vriendin, thans ex- echtgenote.

Dus ik als timmerman op een feest met een shaggie aan mijn bovenlip hangend en een glas maltbier in mijn borstzak, al ouwehoerend tussen de gasten doorlopen.
Het pand opmetend, want er moest verbouwd worden.
Daar had ik hele verhalen bij en een map met schrijfblok voor de schetsen en zo, dus dat was een van mijn favoriete rollen.


Timmermannen Gijs en Gijs.
Links Cees Rombout en ik met sigaret hangend aan de lip rechts.
Voor de echte bouwvakkers onder ons nog even een opmerking over de duimstok.
Die hoort natuurlijk niet in de borstzak, maar in een speciaal vak op het dijbeen van de overall.
Maar als je wel eens op een feestje gewerkt hebt, dan weet je dat daar altijd wel een paar wijsneuzen rondlopen die zichzelf erg leuk vinden als ze jou van rekwisieten kunnen ontdoen.

Als je pech hebt loop je de halve avond te zoeken waar de leukerds jouw spullen verstopt hebben.
Vreselijk vind ik dat.
Respectloos ook.

Dus vandaar dat de duimstok in mijn borstzak zit, alwaar ik hem direct voor ontvreemding kan behoeden.
Ik heb van nature snelle reflexen.

Wat reflexen betreft, dat zou je een gave, een talent kunnen noemen.

Gelukkig heeft onze lieve heer mij naar de aarde gestuurd met een flink palet aan mogelijkheden, talenten en begaafdheden.
Als ik te bescheiden ben moet je me dat maar even laten weten.

Ik heb wel eens tegen God gezegd dat ik erg blij met mijn palet ben, maar wat heeft zo'n palet voor nut als er niet de gave van die talenten ten gelde te maken bij zit?

Je begrijpt dat dat op mijn 62ste levensjaar nog steeds een ramp voor me is.
Een levensgrote frustratie.
Ik vraag me soms wel eens af hoe ik 62 heb kunnen worden. 
Dat ik het gehaald heb.

Gelukkig heb ik de afgelopen bijna 21 jaar redelijk probleemloos als acteur de kost kunnen verdienen.
Maar dat werk is klaar.
Het is goed geweest.
En genoeg ook.

Ik kan het nog steeds, dat merk ik als er weer eens een klusje voorbijkomt zodat ik niet helemaal onder een brug terecht kom, maar het is tijd voor wat anders.

Als ik op een feest rondloop om te werken, dan denk ik al jaren 'Wat doe ik hier?'
Wat moet en kan ik hier nog uit leren?

Ik kom zo ontzettend veel dezelfde situaties tegen, dat ik wel eens denk: "Zien jullie dat zelf nou ook niet?"
Het is precies hetzelfde gemier als met soaps zoals Goede tijden slechte tijden.
Daar verandert ook nooit iets.

Ik begrijp dat wel, want in het echte leven verandert er ook nooit iets, tenzij je er iets aan wilt veranderen en dan is dat nog lastig genoeg.

Daar zijn tips en trucs en allerlei andere zaken voor, die ik al grotendeels heb doorlopen, maar aan die ene repeterende breuk heb ik helaas nog niets (niet veel) weten te veranderen.

Het zal misschien nog steeds de bedoeling niet zijn.

Er wordt voor iedereen gezorgd, dus ook voor mij.

De kikker krijgt onverwacht visite, dus snel wat brood gesmeerd,
je moet toch goed voor je gasten zorgen!

Een idee voor een kinderboek.
In schoonheid gestorven.
Ik ben een tekening kwijt, of ik heb hem nog niet gescand.
Dan hoop ik maar op het laatste.
Van deze kikker heb ik nog minstens een leuke tekening.
Dat hij zit te vissen.

Verhalen genoeg.

Ik heb nog een boek op de plank liggen en nog een serie korte verhalen.
Dat boek gaat over de teloorgang van een zakenman.
Een beetje schunnig ook wel.
Nu zullen de oren wel gespitst raken.
Nou ja, zo schunnig is het nou ook weer niet.

Misschien dat ik het toch maar een keertje redigeer en als blog plaats.
Iedere keer een hoofdstuk.
Net als met 50 tinten grijs.
Zo is dat boek, in drie delen zelfs, toch nog uitgegeven.

Zonder het internet succes zou de elitaire uitgeverswereld zich nooit aan dit werk vertild hebben.
Wat dat betreft is het internet een zegen voor de mensheid en voor de uitgever van 50 tinten grijs.
Het heeft ook zijn duistere kanten, maar de verlichtende werking heeft toch de overhand.

Hieronder een foto van een van de laatste vakanties die mijn huidige ex-echtgenote Aukje en ik in Frankrijk hebben doorgebracht.
Mooie streek de Limousin.

Heb er goede herinneringen aan.
De tent is een namaak De Waard. 
Dat je het even weet.
Een goed tweedehandsje.


Met ons tentje in Frankrijk.
2005 of 2006.
Mijn ex is hier al bezig ex te worden.
Dit zeg ik niet verbitterd.
Het is gewoon zo.
Toch was het een leuke vakantie.
Vond ik zelf.
Ik begon het net een beetje door te krijgen.

Als het 2006 was, dan was dat gelijk de laatste vakantie die ik aan den lijve heb mogen ondervinden.
2007 de scheiding.
2008 even geen zin in.
Wist ook niet hoe en waarheen.
2009 recessie.
2010 recessie werd grote crisis.
2011 huis gedwongen verkocht.
2012 dus gewoon ook nog steeds geen middelen voor vakantie.
2013 idem dito met een sterretje.

In 2011 zijn we wel 10 dagen naar Italië geweest om bij mijn dochter te zijn die haar eerste kindje Roos op de wereld had gezet.
Niet echt vakantie, maar wel heel leuk.
Diezelfde zomer nog twee keer naar Sanromolo (San Remo) geweest om mijn dochter en haar kleine gezinnetje naar Nederland te chaufferen.
Alles door schoonzoon betaald, want zelf kon ik amper aan de grens komen.
Zielig he.
Tja. Wat zal ik zeggen.
Als het op is, dan is het op.
Dan kun je hoog of laag springen, maar dan helpt er weinig aan.
Ik heb beide geprobeerd, zowel hoog als laag springen.
Had ik er dan tussenin moeten springen?
Dat zal dan wel weer.

Nee.

Ja.

Wat ik gedaan heb is mijn pad afleggen.
Mijn weg bewandelen en dat is iets wat ik inmiddels goed kan.

Het is niet erg om niet met vakantie te kunnen.
Als je het thuis niet naar het zin hebt, zou dan drie weken ergens anders veel helpen?
Tijdelijk misschien.

Eenmaal thuis stort de realiteit van alledag weer groots op een ieder af.

Ik weet het.
Er zijn veel mensen erg behendig in om dit met allerhande activiteiten zoals fietsen, zwemmen, wandelen, allerlei creatieve uitingsvormen te ontwijken.

Heb ik ook geprobeerd.
Maar er viel in mijn geval niets meer te omzeilen.
Zie mijn andere blogs in deze serie Steen der wijzen en in Goof Wordt vervolgd of ga naar Dirk is Nu overal.
Op deze pagina kun je naar al mijn blogs, zoals ook De Speakers Corner.


Dukdalf, of aanlegsteiger.
Uiteraard uit het vruchtbare jaar 1985

Als je met een boot met vakantie gaat heb je iets nodig om de boot aan vast te leggen.

Vandaar bovenstaande tekening.
Zo te zien is de boot met spoed vertrokken, want de touwen zijn doorgesneden.

Deze tekening staat er ook voor dat nadat mijn vader in 1983 is overleden mijn moeder de boot weggedaan heeft.
Mijn broer had er zelf een en ik kon in die tijd de financiën niet reserveren om er een op na te houden.
The story of my life in een notendop.

Leuk leven heb ik gehad vindt je ook niet?

Als ik cynisch of sarcastisch klink, dan klopt dat op dit moment wel een beetje, want zo voel ik me momenteel ook.
Dat duurt bij mij nooit lang, want ik maak zeer regelmatig de mooiste innerlijke reizen.

Het grote voordeel is dat je geen tent en koelkasten en andere troep mee hoeft te zeulen.
Ik ga zitten.
Aard me op de mij zo eigen manier en ben daar waar ik zijn wil.
Soms ook daar waar het nodig is om te zijn.

Op die reizen los ik dan weer een probleempje op of krijg ik wat informatie door die ik weer kan gebruiken om weer wat dichter bij het Licht te komen.

Even een flauwe opmerking er tussendoor.
Je kunt wel met vakantie naar een buitengewoon mooi en zonnig oord gaan, maar dat brengt je nog niet dichter bij het Licht.

Nee, beste mensen, daar zijn andere reizen voor nodig.
Ik raad iedereen aan om ook eens aan die reizen te beginnen.

Je hebt er geen diploma's voor nodig.
Iedereen kan het.

In het begin heb je misschien wat hulp en begeleiding nodig.
Kijk om je heen en die hulp is er waarschijnlijk al.

Je gidsen en Engelen staan doorlopend bij je om je bij te staan.
Ze wachten gewoon net zo lang tot jij het genoeg vindt en werkelijk wat aan je omstandigheden wilt verbeteren.
Veranderen is op zich al een verbetering.

Dat zit hem niet in geld.
Dat kan ik je uit eigen ervaring vertellen.
Je leefomstandigheden kun je drastisch aanpassen en veranderen.

Waarom denk je dat ik geen oplichters en profiteurs meer tegenkom.
Lui die van mij en mijn talenten dachten te kunnen profiteren.
Dat had ik helemaal niet zo erg gevonden als ze ook iets voor mij over hadden gelaten.
Maar nee hoor.
De bewuste dames en heren wilden er alleen zelf beter van worden.

Je komt altijd mensen tegen die je spiegelen.
In je familie, je gezin, je werk, je sociale activiteiten, overal.
Ook tijdens de vakantie.

Er zijn wijze mensen die gezegd hebben dat je ergste vijanden je grootste vrienden blijken te zijn.

En dat klopt.

Als zij ook iets van de gedeelde ervaring zouden hebben geleerd, dan zouden we nog steeds bevriend zijn en samenwerken.

Van een afstand heb ik begrepen dat de bewuste personen er weinig of niets van hebben geleerd en hun gedrag voort gezet hebben.

Maar niet meer over mijn rug.

Ik heb van die mensen en situaties geleerd.
Veel geleerd.
Ik heb begrepen hoe dergelijke patronen werken.
Door vele innerlijke reizen ben ik naar de oorzaak gegaan en heb de boodschappen begrepen en in mijn gevoel gebracht.

Dat zijn reizen die heel wat meer opleveren dan filmpjes, dia's, foto's, tekeningen en schilderijen.
Dat is het echte werk en het echte reizen.

Daarna is een vakantie een stuk rustgevender.

Niet eens echt nodig, maar gewoon lekker er even tussenuit.

Dan is thuiskomen ook niet meer zo vermoeiend.

Hoe zien die innerlijke reizen er dan uit?

Voor iedereen is het anders.
Ieder mens heeft zijn/haar eigen beeldtaal.

En het maakt ook verschil hoe diep je gaat en wat je er mee wilt bereiken.
De kleuren zijn onbeschrijflijk mooi.

Je kunt het wel proberen, maar de kleuren zijn zo intens en zo mooi dat ik voor mezelf in ieder geval niet weet hoe ze te omschrijven.

Ik zie ook figuren, dieren, vormen.
Heb er contact mee.
Ik zie schitterende landschappen waarvan ik zou wensen dat ik ze maar voor de helft zo mooi zou kunnen schilderen, dan waren ze nog veel en veel mooier dan alles hier op aarde.

Voor de goede orde.
Als je naar de Aarde reist, naar de geestelijke, spirituele aarde, of hoe je het wilt noemen, dan geldt daar natuurlijk hetzelfde voor.
Alles is even schitterend, energiek en vol vibrerende energie.
Je moest eens weten hoe hard en harmonieus daar gewerkt wordt aan de transitie waar onze moederplaneet momenteel middenin zit.
Echt fenomenaal.
En toch erg kalm en beheerst.
Alles verloopt volgens plan.

Het is onze dagelijkse derde dimensie-werkelijkheid die wij al als erg mooi ervaren.
Maar de echte wereld zoals die er 'echt' uitziet is onbeschrijflijk veel mooier dan onze drie dimensionale illusie van schoonheid.

Gisteren kwam ik een oude wijze vriend tegen.
Hij liet zich als een hij-vorm zien, en stond hoog boven mij op een ogenschijnlijk onbereikbare hoogte.
"Je bent er bijna, we kunnen elkaar al zien. Jij kunt mij al zien, ik kon jou al lang zien."
Je ziet het, het is de moeite meer dan waard om verder te gaan.
Er is niet zoveel rommel meer om op te ruimen.
Het zijn details.
We hebben je daar nog even nodig.
Maak je er los van, zoals je dat al een hele tijd doet. 
Het voelt steeds lichter en lichter.
Het oude raakt je niet meer.
Maakt niet uit wat ze nog proberen.
Ga door met het aan de kaak stellen van wat er gaande is in jouw 'realiteit' van driedimensionale beperkingen.
Het verandert sneller dan je denkt.
Bij jullie is het altijd wat trager, maar het gebeurt en is onomkeerbaar."

Het zijn niet zozeer woorden die uitgesproken worden, maar 'gedachten' die overgebracht worden.
Er is altijd een soort van vertaalsleutel nodig die dat wat je doorgegeven krijgt in begrijpelijke mensentaal overzet.

Gaandeweg mijn jonge leven ben ik er aan gewend geraakt en is het mijn wereld geworden.
Mijn ontspannings en tot-rust-kom-oord.

Het volgende moment staat deze zelfde wijze vriend voor me, zoals nu het geval is en kijkt me met zachte heldere en zeer vriendelijke ogen aan.
De humor spat op dit moment uit zijn ogen en van zijn gezicht af.

Voor diegenen die De Speakers Corner volgen en met name de afleveringen van Swami Willy, kan ik zeggen dat hij zich nu als deze zelfde Swami laat zien.
Hij klapt bijna dubbel van de pret.

Tja, ik zeg toch altijd al dat de Swami een oude vriend van me is.

Laat dat nou helemaal waar zijn.

Voor alle duidelijkheid laat ik nu even de Swami in kleur zien.
Helaas niet zo mooi als de werkelijk kleuren, maar toch mooi genoeg.


Swami Willie
juli 2013
En zoals altijd spreekt de Swami de waarheid en niets dan de waarheid.

Hier op mijn tekening staat hij wijdbeens, maar voor mij staat hij nu gewoon rechtop zonder al te veel bombarie.
De Swami IS.
Dus heeft hij geen poses nodig.

Een pose is het werk van het Ego en dat is een Swami vreemd, anders was hij niet in de verheven staat van zijn gekomen.
Daar kom je namelijk alleen als je het EGO aflegt.

Voor de variatie in mijn tekeningen maak ik gebruik van een aantal poses die de Swami mij voor het aardse doeleind ter beschikking stelt.
Het ligt dus niet aan mij.
Zo krijg ik het door.

Zo zie ik het dus.

Voor nu is het weer even genoeg geweest.

Ik groet een ieder die dit blog weer gelezen en bekeken heeft, ook mijn nieuwe Russische of Oekraïense of Servische vriend, genaamd СЛОБОДАН КОВАЧЕВИЋ.
Helaas spreek ik jouw taal niet, maar ik ben zeer vereerd met jouw vriendschap-verzoek op de speciale Steen voor Steen groep die mijn vriendin Briggitte in het leven geroepen heeft.
Gefeliciteerd met je zoon of dochter, als ze zo klein zijn kan ik het verschil niet altijd zien.
Wat ik wel zie is een buitengewoon trotse vader en zo hoort het ook.

Groet,

Dirk